zaterdag 21 november 2009

Begin november publiceerde het kabinet zijn beleidsvoornemen over een vijftal projecten in het IJsselmeergebied uit het programma Randstad Urgent. Dit was voor de Vereniging Vrienden van de Markerwaard aanleiding om op 17 november, voorafgaande aan de kamerbehandeling van dit voorstel, het volgende persbericht te verspreiden en een uitvoeriger brief met dezelfde strekking aan de vaste commissies van V&W en van VROM te sturen.
PERSBERICHT
Woensdag 18 november behandelt de Tweede Kamer het kabinetsvoorstel voor een groeimodel voor Almere. De onderbouwing van dat voorstel laat op drie punten veel te wensen over: de IJmeerverbinding, de natuurwaarden van Markermeer en IJmeer en de voorgestelde landaanwinningen.
Het kabinet doet in een recente brief een voorstel voor een groeimodel voor Almere, een IJmeerverbinding, een Utrechtverbinding, de luchthaven Lelystad en het Markermeer en IJmeer als natuurgebied in samenhang worden behandeld. Op drie punten is dit voorstel weinig overtuigend:
Voor de IJmeerverbinding is uitsluitend een zuidwestelijke verbinding onderzocht. Uit cijfers van Rijkswaterstaat Noord-Holland blijkt echter dat van het verkeer dat via de Hollandse Brug Flevoland verlaat rond 25% in Noord-Holland ten noorden van het Noordzeekanaal moet zijn. Een noordelijke aansluiting op Noord-Holland heeft twee evidente voordelen: deze bekort niet alleen de reistijd van die 25%, maar ontlast ook het zwaar overbelaste verkeersnet aan de zuidoostzijde van Amsterdam.
Voor de natuurwaarden van Markermeer en IJmeer geldt dat de ruimteclaim een factor 4 hoger is dan nodig. Van de 45 beschermde vogelsoorten bezuiden de lijn Enkhuizen-Kampen komen er 44 voor in de randmeren van Flevoland plusOostvaarders- en Lepelaarplassen (samen 17.000 ha) tegenover slechts 16 in Markermeer en IJmeer. Voor instandhouding van natuurwaarden bieden randmeren en polderplassen op een veel kleinere oppervlakte blijkbaar veel betere condities dan groot open water.
Voor de landaanwinning in deze meren wordt eenzijdig ingezet op natuur
(5.000 ha) en verstedelijking (1.000 ha). Het is volstrekt onduidelijk waarom andere belangen buite beschouwing blijven. Zo kan de recreatieve waarde van beide meren sterk toenemen als er meer vaardoelen en betreedbare oevers komen (stel 500 ha). En de grote ruimteproblemen in de Bollenstreek bijvoorbeeld zouden aanzienlijk verlicht kunnen worden door op het Enkhuizerzand 2.000 ha voor bollenteelt te bestemmen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten